Gedragscode

Stabilum voert het financiële beheer uit over het vermogen van haar cliënten en biedt mentorschap aan. Het gaat hierbij vaak om een kwetsbare groep mensen in de maatschappij die niet (meer) in staat zijn hun eigen (financiële) belangen te behartigen. Bij het uitvoeren van deze verantwoordelijke taak dient onderstaande gedragscode in acht genomen te worden door Stabilum.

1. Algemene bepalingen
1. Deze gedragscode is bindend voor de bewindvoerders van Stabilum. De code is openbaar en door derden te raadplegen.
2. Stabilum verklaart integer te handelen in alle zaken die aan haar toevertrouwd zijn.
3. Stabilum is onafhankelijk en heeft op geen enkele wijze commerciële belangen met derden die de belangen van cliënten kunnen schaden.

2. Verhouding tot de cliënt en anderen
1. De houding van de bewindvoerder tegenover zijn cliënt dient gebaseerd te zijn op eerbiediging van diens persoon en zijn levensbeschouwelijke overtuiging, alsmede op de erkenning van zijn verantwoordelijkheid voor eigen keuze van handelen. De bewindvoerder heeft de plicht zijn client zo volledig mogelijk op de hoogte te stellen van zaken, inhoud en resultaat van de op hem betrekking hebbende bewindvoering en klachtrecht.
2. De bewindvoerder onderkent de macht die inherent is aan zijn positie en beseft dat hij zowel bewust als onbewust grote invloed uit kan oefenen op zijn client en mogelijk ook op derden. Om die reden is hij bedachtzaam in zijn handelen en uitspraken.
3. De bewindvoerder informeert zijn cliënt en/of andere betrokkenen desgevraagd zonder terughoudendheid, welke opleiding, ervaring en kwalificaties hij heeft en welke methoden hij gebruikt bij bewindvoering. Het handelen van de bewindvoerder is conform de wettelijk omschreven uitvoeringstaken van de bewindvoerder.
4. De bewindvoerder dient tot samenwerking met anderen bereid te zijn indien de kwestie dit noodzakelijk maakt en voor zover de beroepscode dit toelaat.

3. Informatie De bewindvoerder houdt naar zijn client geen informatie achter die de cliënt betreft. Het handelen van de bewindvoerder dient inzichtelijk te zijn, zodat een optimale verantwoording mogelijk is.

4. Belangenverstrengeling
1. Belangenverstrengeling of zelfs de schijn daarvan dient vermeden te worden.
2. De bewindvoerder dient geen contacten aan te gaan met cliënten in de privésfeer.
3. De bewindvoerder neemt geen geschenken van zijn cliënten en derden aan. Ook vraagt en accepteert de bewindvoerder geen gunsten van cliënten en derden. Dit is bedoeld om de onafhankelijke positie van de bewindvoerder te waarborgen en niet te beïnvloeden.
4. De bewindvoerder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de onder bewind gestelde.